woensdag 15 oktober 2014

Gelaatkunde neemt vandaag niet de weg van de minste weerstand!

De twee daagse gelaatkunde basiscursus heeft mij ontzettend veel inspiratie gegeven. Het waren de cursisten en de combinatie van mensen die mij opnieuw veel hebben laten zien. Bijzonder genoeg heeft iedere groep toch steeds zijn eigen groepsgeest of -thema. Geen enkele cursus verloopt hetzelfde omdat de groepen altijd weer anders zijn. Het thema van de afgelopen groep leek mij zorgzaamheid, gevoeligheid, welwillendheid en bescheidenheid. De nodige humor ontbrak er zeker ook niet aan! Nog steeds put ik uit de hartelijke openheid van de aanwezige personen in deze twee mooie dagen.
De komende basisgroep heeft nu al zichtbaar een hele andere energie! De mensen die inmiddels zich hebben ingeschreven voor de 2 daagse basiscursus in januari 2015, hebben ditmaal veel creatief vermogen in zich met de nodige dosis intuïtie en aanvoelend vermogen. Ik kijk al uit naar wat er komen gaat in januari en welke deuren er deze keer open zullen mogen gaan!
Eén van de onderwerpen die in de afgelopen cursus aanbod is gekomen is het onderwerp weerstand of weerstandsvermogen. Weerstand is op vele manieren uit te leggen en begeeft zich zowel op het mentale- als op het fysieke vlak.

De weg van de minste weerstand

Dat is wat voornamelijk de gevoelige menstypen regelmatig doen. Soms heeft het al dan niet geven van weerstand te maken met de mate waarin men het harmoniemodel nastreeft vanuit een karakterstructuur. Een andere rede zou kunnen zijn dat men conflictvermijdend is vanuit de essentie (behoedzaam) en gaat men eerder op de tenen lopen in plaats van tegengas te geven. Dit om de lieve vrede maar te bewaren uit angst voor conflicten.

Het geven van weerstand zal altijd worden gevoed óf geremd door meer dan één aspect, maar de mate waarin men de competentie bezit om weerstand in te zetten is in eerste instantie duidelijk zichtbaar aan de afstand die zich laat bepalen tussen de beiden vooroorpunten.

Om het vooroorpunt te vinden bij jezelf, voel je vóór je oor met je vinger, bij je kaakgewricht. Van daaruit ga je iets omlaag zodat je op het bot bent. Dat is het vooroorpunt. Wanneer je je vingers aan beide zijden van je hoofd op dit punt houdt, is dit de doorsnede van vooroorpunt tot vooroorpunt, ook wel de pré-auriculaire doorsnede genoemd.


De dwarsdoorsnede van vooroorpunt tot vooroorpunt is bepalend voor de kracht van ons weerstandsvermogen.


In de leer van de praktische mensenkennis geeft de afstand tussen de vooroorpunten aan hoe sterk het lichaam in de aanleg is met betrekking tot uithoudingsvermogen (fysiek en mentaal) en herstellen van ons lichaam (recupereren). We noemen het ook wel het weerstandsvermogen. 

Omdat ook hier de wetten van de kraftruchtungsordung meespelen, kunnen we stellen hoe elektrischer (dus breder) een hoofd is in deze dwarsdoorsnede, hoe groter de behoefte is aan bewegen en leefruimte omdat breedtelijnen "doe-energie" geven. Soms ook letterlijk in de zin van weerstand geven aan.... Het herstelvermogen en/of recuperatievermogen is in dit geval dan ook groter dan gemiddeld. Het weerstandsvermogen helpt ons dus om ons lichaam en onze geest te herstellen door middel van celvernieuwing en het zet het lichaam aan tot herstel middels opbouw van nieuwe cellen.


De vicieuze cirkel: hoe helpt het weerstandsvermogen ons het lichaam te herstellen?

Zoals u hierboven heeft kunnen lezen, wordt mate van herstelvermogen (recuperatie) mede bepaald door het weerstandsvermogen. Hoe dit werkt kunt u hieronder zien in de cirkel.








Door het wegnemen van één van de pijlen uit de cirkel, zal er een onbalans ontstaan in het menselijk lichaam en het lichaam automatisch gaan werken aan herstel. Hoe breder de weerstandslijn is in het gezicht, hoe sneller het herstel van cellen zal zijn.

Met bovenstaande theorie zal ieder individu kunnen begrijpen dat de mate van herstel en de behoefte aan beweging enorm persoonsafhankelijk is. In het geval van bijvoorbeeld een groep met (jonge) kinderen, die allen in het bezit zijn van verschillende hoofdvormen, zal het zo zijn dat niet alle kinderen een even grote behoefte hebben aan beweging. Dit puur bekeken vanuit het weerstandsvermogen in het gezicht.

Voor het kind met het smalle hoofd zal bovenstaande betekenen dat het behoefte heeft aan rust na het speelkwartier vanwege de vertraagde heropbouw van cellen. Het lichaam zal moe worden door het vrijkomen van afvalstoffen en heeft rust nodig om alles te verwerken. In dit geval zal een flinke mentale inspanning zoals het maken van een toets een lastigere opgave worden.
Omgekeerd zal het kind met een groot weerstandsvermogen (breed hoofd) de ontlading nodig hebben om de onrust van de breedtelijnen te kalmeren. In dit geval zal de prestatie er na de ontlasting van de energie, bijv. tijdens het speelkwartier, er juist op vooruit gaan. Bij de celafbraak tgv de inspanning, zullen er in dit geval niet overdreven veel afvalstoffen vrijkomen. Daarnaast zal de celvernieuwing voorspoedig verlopen en er treedt veel minder snel extreme vermoeidheid op.













Geen opmerkingen:

Een reactie posten